Artikel over logeren en wonen bij ZEVMB

‘Logeervoorziening geeft ouders de kans aandacht te geven aan broertjes en zusjes’

Uit: AD online, 8 april 18.30 uur, auteur: Carla van der Wal

 

Veel ouders van zeer ernstig, meervoudig gehandicapte kinderen snakken naar een logeerplek voor hun kind, zodat ze zelf af en toe op adem kunnen komen. Maar uit een enquête waarvan de uitkomst maandag naar buiten komt, blijkt dat het veel te vaak onmogelijk is een plek te bemachtigen. 

 

Het ZEVMB-kenniscentrum hield de peiling. Ongeveer de helft van de 101 deelnemers geeft aan geen gebruik te maken van een logeervoorziening, terwijl het merendeel daar wél behoefte aan heeft. Directeur Zwantine de Schipper: ,,Deze ouders zijn aan het overleven. Een logeervoorziening geeft ze de kans ook eens naar de film te gaan, een moment voor zichzelf te hebben of aandacht te geven aan broertjes en zusjes, door eens langs de lijn te staan bij een voetbalwedstrijd of een gezamenlijke activiteit te ondernemen.”

Maar in sommige delen van het land zijn nauwelijks voorzieningen waar deze kinderen kunnen logeren. Op andere plekken zijn wachtlijsten, of ontbreekt het aan juiste zorgverleners. Doordat de kinderen niet kunnen praten, is het belangrijk dat die laatsten in staat zijn het kind te ‘lezen’. In Nederland zijn zo’n tweeduizend mensen met een zeer ernstige, meervoudige handicap, 90 procent van hen woont thuis. 

De Schipper weet zelf ook hoe moeilijk het kan zijn aan een logeerplek te komen. Hoewel zij zelf een logeervoorziening heeft waar haar 17-jarige zoon David eens per maand terechtkan, zou ze graag een extra nacht erbij hebben. ,,De zorg wordt zwaarder”, zegt ze over het verstrijken van de jaren – David is inmiddels een ‘babypuber met een baard en pukkels’. ,,Vroeger sleepten we David overal mee naartoe, maar nu kan ik hem niet zonder tillift tillen, om bijvoorbeeld zijn luier te verschonen.” Dat betekent ook dat haar gezin zich steevast opsplitst, en niet met elkaar naar verjaardagsfeestjes of een etentje kan. ,,Al die dingen die voor andere gezinnen vanzelfsprekend zijn, zoals naar het strand gaan, of naar de film, kunnen wij niet zomaar doen.”

Op dit moment worden wel initiatieven ontwikkeld om tot oplossingen te komen. Zo wordt bekeken of er met het eigen zorgteam uit logeren kan worden gegaan, naar locaties waar hulpmiddelen zijn. Op dit moment wordt daar binnen een proefproject mee geëxperimenteerd. Ook wil het ZEVMB-kenniscentrum erop inzetten dat zorgkantoren inzicht krijgen in de behoeftes van ouders. Op dit moment is daar niet bekend wie een logeervoorziening wil, of op een wachtlijst staat. Samen met ouders van ZEVMB-kinderen, die zich hebben verenigd in Stichting 2CU, zet het kenniscentrum zich in voor meer woon- en logeervoorzieningen.